Ik had vandaag mijn Bonneville in het zicht gezet. En niet in de fietsenstalling. Niet alleen om mijn zwarte schatje in het zicht te zetten maar ook gewoon omdat de fietsenstalling overvol was.
Het was mooi weer vandaag en af en toe ging ik een bakje koffie buiten drinken. Ambtenaren kunnen dat. Natuurlijk ging ik op een afstandje van mijn motor zitten, met een bakje koffie en een peuk. De ene keer alleen, de andere keer met een toevallige passant of collega. 'Wat een mooi dingetje hè!' Ik meende het. Zelden zo gelukkig geweest met zo'n simpel motortje. Tegen de avond zat ik er even alleen bij. Met iets fris. De ene kant, de kant waar de rempedaal zit, die vind ik het mooist, daar zat ik weer eens naar te kijken. Die cilnders, het blok waar je doorheen kunt kijken. Maar ook dat embleem; "Triumph" wat is dat toch een mooi woord. Van achter is mijn Bonnie veel stoerder dan van voor vind ik. In die tien minuten gingen de 50.000 kilometers die ik er mee heb gereden in een flits door me heen. Als laatste dacht ik aan die bocht van een dag ervoor. Ja, een nieuw record. Maar 'k voelde nog wat ik toen voelde. Koude rillingen, kriebels in mijn neus. Tintelende handen. Van de spanning. Ik dacht ook aan de begrafenis van een oom waar ik morgen naar toe moet. Over wat die had gevraagd als laatste wens. Het werd ineens kil buiten. En er stak een fris windje op. Mocht ik ooit doodgaan op mijn Bonneville, door en met mijn Bonneville, zouden de mannen van TriumphVlaanderen dan iets willen organiseren voor mijne laatste dag hier op de aarde..