Ik kom daar nooit. Ja, een keer, gisteren. In een minispeeltuintje met allemaal minimensjes. Ik zette mijn maximotor vlak bij 'n bankje, waar 'n normale vrouw haar kindjes uitliet. Het moet geleken hebben alsof er iets ging gebeuren. Daar komen nooit zwarte motoren met mannen in zwarte lederen pakken. Daar komen kinderen en vrouwen die die kinderen laten spelen, en stiekem een sigaretje opsteken. 'Da's nostalgie' hoorde ik iemand roepen. Ik wist 't pas wat hij bedoelde nadat ik 'pardon?' had geantwoord. Ik hoorde alleen 'ie' en dat dat 't van 'dat mag nie' was. Dat ik daar niet in dat bloemperkje mocht rondlopen en tussen de planten mocht wroetten. Bleek dat 't om nostalgie gaat. 'Ja' zei ik, nadat ik begreep dat 't niet op mijn vreemd gedrag sloeg maar op mijn zwart machien. Ja, da's nostalgie. Ik ben d'r niet zo lang geweest, 'k heb de kerkklok niet één keer horen luiden.