Jongens met brommers, daar was ik bang van. Vroeger. Vooral die snelle. Als ze dan ook nog eens snelle brommers hadden, tja, dan was ik helemaal ten einde raad. Yamahamannen, Zundappkereltjes en de 'Floretten.' Brrrr, vooral die rode, 'k droomde d'r wel eens van.
Kijk, het zit zo. Ik had redelijk veel en schone meisjes vroeger op de lagere school. Op de kleuterschool ook maar toen keek ik nog niet naar het karakter. Goed, meisjes dus. Ik had er, meisjes maar godver, 'k had nooit een fiets, laat staan een brommer. Ja, eentje, een blauwe Batavus maar daar was iets met het stuurslot aan de hand en ik kon er geen meisjes mee naar huisbrengen. Of ze moesten om de hoek wonen.
Ik was bang voor jongens met een brommer. Ik had schrik dat mijn meisjes liever een jongen hadden met een brommer. Allee, met een brommer die ook rechtdoor kon rijden.
Op een keer droomde ik van Kees. Kees had een tatouage, al écht haar rond zijn navel én hij had een brommer. Een Casal. Al goed dacht ik nog. Dat het geen échte brommer was. Het was iets met of zonder dubbele breitwand, dat mag ik vergeten zijn.
Goed, 'k droomde van die behaarde navel van die Kees op z'n Casal. En weet je wat die getatoueerde vlegel deed? Terwijl hij met een bootje van de kant vertrok ging ie achter mijn prachtig meisje staan en pakte haar borstjes vast. Ik kon d'r niets aan doen. Ik kon niet zwemmen, en 'k had geen boot. Ook al niet, dacht ik nog. Geen haar op mijn navel, geen brommer en nu ook nog geen boot. Een mens zou er gek van worden.
Ik heb Kees daarna nooit meer gemogen. Ik zag hem laatst nog. Ik denk dat ie met een Suzuki Alto of zoiets reed. Ik trok er Kees met gemak uit, op mijn Bonneville.