Vanaf twee motorfietsen rij je al in groep en kan je beter onderling wat
afspraken maken. Zeker bij een grotere groep is het belangrijk dat
iedereen weet wat de regels zijn. Anders vertrekt iedereen zomaar als
hij zin heeft, houdt niemand zijn plaats, verloopt het kruisen van
straten ongeordend en breng je elkaar in gevaar. Hierbij enkele
suggesties om veilig in groep te rijden.
Volgorde en
positie van de rijdersDuid één persoon aan die de hele rit
vooraan zal rijden, en eentje voor achteraan. Het spreekt vanzelf dat
deze beide rijders ervaring hebben met het rijden in groep.
De
voorrijder rijdt met matige snelheid. Hoe verder achteraan in de groep, hoe
sneller men moet rijden om de groep te kunnen bijhouden. Daarom rijden
de meest ervaren en snelste rijders best achteraan. De beginners kunnen
achter de voorrijder rijden. Zo kunnen ze zien hoe deze reageert op de
veranderende verkeerssituaties.
De andere rijders rijden –
natuurlijk – tussen de voor- en achterrijder. Elkeen onthoudt best
achter wie hij rijdt. Iedereen rijdt zodoende in een bepaalde
volgorde.
Zo worden verwarde situaties bij het vertrek vermeden.
Rij
altijd in baksteenformatie!De voorrijder rijdt altijd op
2/3 van de rechterkant van zijn rijstrook. De tweede op 1/3, de derde
rijder terug op 2/3, enzovoort. De voordelen zijn legio. Beter en verder
zicht op het verkeer vóór elke rijder, meer reactietijd, meer
remafstand, meer uitwijkmogelijkheden.
De voorrijder moet steeds op
2/3 van de rechterkant van het rijvak rijden, omdat hij dan duidelijk
zichtbaar is voor automobilisten die de groep inhalen. Indien de
voorrijder slechts op 1/3 zou rijden, is de kans groot dat een inhalende
autobestuurder hem over het hoofd zou zien. Veel kans dat de chauffeur
dan te snel terug rechts invoegt en tegen de voorrijder botst.
OnderwegIndien de groep
niet in één keer voorbij de verkeerslichten geraakt, zijn er twee
opties.
Ofwel stopt heel de groep, die er wel voorbij geraakte, net
voorbij het kruispunt. Dit is een goede optie als de groep niet te groot
is en als er voldoende veilige parkeerruimte is. Ofwel rijdt deze groep
gewoon verder, maar laten ze iemand achter telkens als er ergens
ingeslagen wordt. Zo weet de achteropkomende groep waar ingeslagen moet
worden.
Op kruispunten zonder verkeerslichten midden op de weg
gaan staan om het tegemoet komend verkeer tegen te houden is absoluut
niet wettelijk en houdt toch enkele gevaren in. Men kan namelijk enkel
en alleen rekenen op de vriendelijkheid van de bestuurders. Als er één
heethoofd bij zit, kun je grote problemen krijgen. Pas vanaf januari
2004 is er een wettelijk statuut voor marshalls die groepen motorrijders
begeleiden.
Inhalen doet de voorrijder alleen als de andere
groepsleden ook kunnen inhalen. Indien niet, stel dan het
inhaalmanoeuvre uit totdat er voldoende ruimte is. Als de groep héél erg
groot is, dan is het beter de groep op te splitsen. Wijs je
achtervolgers op tegemoet komend verkeer of in te halen obstakels. Hoe
verder in de groep, hoe minder goed je zicht is op de verkeerssituatie.
Spreek onderling enkele signalen af.
Voor elke (serieuze) bocht wordt
de baksteenformatie verbroken. Elke motorrijder kan de bocht dan zo
ruim mogelijk aansnijden. Na de bocht wordt de baksteenformatie weer
hersteld.
Belangrijk: beslis zelf wanneer je oversteekt en
inhaalt. Laat je niet (ver)leiden door anderen. De verleiding is heel
groot om alleen maar het achterlicht van je voorganger in de gaten te
houden en zelf geen beslissingen te nemen. Dit kan gevaarlijk zijn op
kruispunten met en zonder verkeerslichten, bij inhaalmanoeuvres, bij het
nemen van bochten, enzovoort.
Hiermee zijn de belangrijkste
regels ivm het rijden in groep bij elkaar gezet. Vooral de regels
betreffende inhalen en de volgorde van de rijders zijn heel belangrijk.
Deze bepalen sterk de mate waarin een groep zich als een geheel vlot kan
verplaatsen doorheen het verkeer.
Bron:
www.motornet.be
2.Wettelijke bepalingen:
In
principe rij je al in groep vanaf het ogenblik dat je je met 2 of meer
motorfietsen samen op de weg begeeft.
Een groep voertuigen (of
dat nu motorfietsen, auto’s, vrachtwagens, enz. zijn maakt niet uit) die
in beweging is op de openbare weg; mag niet onderbroken worden door
andere weggebruikers. Hierover bestaat een Koninklijk Besluit (.be)
binnen het verkeersreglement (Artikel 41 ). Neem deze regel echter niet
te letterlijk, vroeg of laat kom je wel eens een weggebruiker tegen die:
dit artikel niet kent, niet op voorhand kan zien dat je een groep bent,
bijna alle wetsartikelen aan zijn laars lapt ...
Motorfietsers
in een groep van 15 tot 50 mogen begeleid worden door ten minste 2
wegkapiteins ( Artikel 43ter2 .be) Deze ‘wegkapiteins’ gaan we in het
gedeelte ‘gebruiken en gewoonte’ nog van een andere kant bekijken en
toelichten.
Over wegkapiteins vinden we ook nog dat deze minstens 25 jaar moeten zijn,
een fluo vestje moeten dragen en in het bezit moeten zijn van een C3
bordje. ( Artikel 43ter3 .be)
1. Zorg dat de volledige groep klaar is om te vertrekken op het
afgesproken startuur, motoren zijn getankt, aangepaste kledij en klaar
om te rijden.
2. Zorg ervoor dat iedereen een idee heeft van de
te rijden route, met tussentijdse stops, tankbeurten of stopplaatsen.
Het is handiger de GPS-coördinaten aan een aantal mensen te geven voor
het geval er rijders verloren rijden of achterop raken.
3. Neem
je eigen tempo aan. Als je niet kan volgen: niet volgen!
4. Rijd
geschakkerd/in baksteenformatie. De afstand tussen jou en je voorligger
moet ongeveer 2 secondes zijn.
5. Kijk naar de baan en niet
enkel naar je voorligger. Kies je eigen lijnen en je eigen tempo.
6.
Een groep motorrijders is geen ondoorbreekbaar blok. Zorg ervoor dat
autorijders ertussen kunnen bij afritten, dat er ingehaald kan worden
door andere motorrijders en geef telkens aan als je een manoeuvre
uitvoert.
7. Minstens 1 rijder zal bij een afslag wachten als de
achterliggers wat vertraging opgelopen hebben zodat ze niet verkeerd
rijden en de juiste afslag nemen.
8. Wacht bij kruispunten en
andere belangrijke richtingsveranderingen op je achterligger.
9.
Plan korte stops zodat iedereen weer aan kan rijden, het benzineniveau
kan nakijken en eventjes kan afstappen. Tel na of iedereen aanwezig is.
10.
Als je beslist op je eentje verder te rijden, laat dit dan duidelijk
weten aan de groep.